- Waarvoor staat de procedure gerechtelijke reorganisatie ?
De wet op de continuïteit van de ondernemingen ( voordien “WCO”) werd met ingang vanaf 1 mei 2018 overgeheveld naar Boek XX van het Wetboek Economisch Recht. Deze wetgeving wil ondernemingen in (dreigende) financiële moeilijkheden de kans geven om deze uitdagende periode te overbruggen en het faillissement van de onderneming te vermijden.
Het belangrijkste effect ervan is de tijdelijke bescherming tegen de schuldeisers met het oog op het opmaken van een herstelplan.
Sinds de wet van 7 juni 2023 is ook de Europese herstructureringsrichtlijn 2019/1023 ingevoerd in het Belgisch rechtssysteem, waarbij de tweede stap in de stroomlijning van het insolventierecht werd gezet. Dit nieuwe insolventierecht is van kracht sinds 1 september 2023.
2. Wie kan een beroep doen op de procedure van gerechtelijke reorganisatie?
Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn toegelaten tot de procedure gerechtelijke reorganisatie in het kader van Boek XX van het Wetboek Economisch Recht, maar ook vzw’s, maatschappen en beoefenaars van vrije beroepen.
Voor natuurlijke personen is het wettelijk vereist dat zij een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefenen. Natuurlijke personen die bestuurder of zaakvoerder zijn van een vennootschap, vallen ook onder de insolventiewetgeving.
Bij de rechtspersonen zijn de mogelijke aanvragers voor de procedure:
- Vennootschappen
- Verenigingen
- Stichtingen
- Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid kunnen ook een beroep doen op de procedure van gerechtelijke reorganisatie, voor zover zij een winstuitkeringsoogmerk hebben en in feite ook uitkeringen doen.
Verzekerings-en financiële instellingen kunnen geen beroep doen op de procedure van gerechtelijke reorganisatie, evenmin als publiekrechtelijke rechtspersonen.
Nieuw sinds de invoering van de Herstructureringsrichtlijn is het onderscheid tussen enerzijds kleine ondernemingen en KMO’s (kleine en middelgrote ondernemingen) en anderzijds grote ondernemingen, waarvoor andere specifieke regels gelden.
Om te spreken van een grote onderneming dienen minstens één van de volgende criteria gedurende twee opeenvolgende boekjaren te worden overschreden:
- Jaargemiddelde van het aantal werknemers: 250
- Jaaromzet exclusief BTW: 40.000.000 EUR
- Balanstotaal 20.000.000 EUR
Zijn geen van de bovenstaande criteria overschrijden, dan spreken we van een kleine onderneming.
Ook verbonden ondernemingen die samen beschouwd één of meer van bovenvermelde drempels overschrijden worden als grote onderneming gekwalificeerd.
In principe kan de schuldenaar enkel aan de rechtbank vragen om een procedure van gerechtelijke reorganisatie of overdracht onder gerechtelijk gezag te openen.
Op dit exclusief initiatiefrecht voor de schuldenaar bestaat een uitzondering voor de overdracht onder gerechtelijk gezag. Een dergelijke overdracht kan worden bevolen op dagvaarding van de Procureur des Konings, van een schuldeiser of van eenieder die belang heeft om het geheel of een gedeelte van de onderneming te verwerven, zelfs een concurrent. Echter kan dit dan ook weer enkel en alleen maar indien bepaalde voorwaarden zijn voldaan.
3. Wat zijn de voorwaarden om de gerechtelijke reorganisatie toe te kennen?
Allereerst moet de continuïteit van de onderneming in gevaar zijn (heden) of dreigen te komen (in de toekomst). Daarnaast moet een oplossing mogelijk zijn voor het (gedeeltelijke) behoud van de economische activiteit.
Een onderneming doet een beroep op de procedure van gerechtelijke reorganisatie opdat zij gedurende een aantal maanden beschermd wordt tegen haar schuldeisers, wat haar de mogelijkheid biedt om via een reorganisatie en/of een overdracht opnieuw gezond te worden.
4. Wat zijn de knipperlichten voor een continuïteitsbedreiging?
Er zijn een aantal financiële parameters die kunnen aangeven dat er moeilijkheden op komst zijn. De belangrijkste zijn:
- lage solvabiliteit (daling van het netto actief tot de ½ van het maatschappelijk kapitaal, de zogenaamde alarmbelprocedure)
- aanhoudende zwakke rentabiliteit (bedrijfsverlies, negatieve cash flow, te hoge kostenstructuur)
- tekort aan liquiditeit (negatief bedrijfskapitaal, grote voorraad gecombineerd met een zwakke voorraadrotatie, slechte netto-kaspositie)
Daarnaast zijn er bedrijfseconomische of externe omstandigheden die niet te lang mogen aanslepen:
- verlies of faillissement van grote klanten
- laattijdige betaling van klanten
- achterstanden bij BTW, RSZ, bedrijfsvoorheffing
- dagvaardingen, beslagen
- vertrek van belangrijke medewerkers
- aanhoudende recessie in de sector of negatieve seizoensinvloeden
- wegenwerken
- …
Het tijdig detecteren van deze alarmsignalen gecombineerd met het bespreekbaar maken van de problemen zorgen ervoor dat de oplossing meestal makkelijker en sneller kan gevonden worden.
5. Welke soorten procedures bestaan er?
Sinds de omzetting van de herstructureringsrichtlijn 2019/1023 in boek XX van het Wetboek Economisch Recht werd er ook inhoudelijk gesleuteld aan de verschillende procedures.
- Gerechtelijke procedure: procedure onder toezicht/controle van de rechtbank
- het minnelijk akkoord
- het collectief akkoord
- de overdracht onder gerechtelijk gezag
- Buitengerechtelijke procedure: procedure zonder controle door de rechtbank
De procedure van gerechtelijke reorganisatie heeft twee varianten, m.n. de openbare en de besloten variant. Bij de besloten variant is er in geen enkele publiciteit voorzien. De besloten procedure kan bovendien niet alleen door de onderneming zelf opgestart worden, maar ook door een schuldeiser of een aandeelhouder.
6. Wat is de rol van een herstructureringsdeskundige?
Een herstructureringsdeskundige helpt, op een onafhankelijke manier, het herstel van een onderneming in moeilijkheden te vergemakkelijken door bv. een akkoord te zoeken met de schuldeisers. De deskundige kan bemiddelen tussen de verschillende partijen en proberen een onderling akkoord te vinden om een rechtszaak te vermijden.
7. Wat zijn de gevolgen van de gerechtelijke reorganisatie procedure?
Mini-opschorting tussen de neerlegging van het verzoekschrift en de opening van de gerechtelijke reorganisatie of overdracht onder gerechtelijk gezag.
De neerlegging van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie of overdracht onder gerechtelijk gezag heeft twee automatische gevolgen. Deze gevolgen zijn van kracht tot op het moment waarop de rechtbank zich heeft uitgesproken over het verzoekschrift.
Vanaf de neerlegging van het verzoekschrift is de onderneming beschermd tegen haar schuldeisers. De schuldeisers kunnen geen uitvoerende maatregelen (zoals bv. Uitvoerend beslag) meer nemen ten aanzien van de onderneming en bovendien kan het faillissement of de gerechtelijke ontbinding in deze periode niet worden uitgesproken.
Ten eerste kan uw onderneming niet failliet verklaard of gerechtelijk ontbonden worden en dit ongeacht of de vordering tot faillissement of ontbinding reeds voor of na de neerlegging van het verzoekschrift werd ingeleid lastens uw onderneming.
De mini-opschorting laat echter wel de mogelijkheid aan de schuldeisers om gebruik te maken van bewarend beslag, schuldvergelijking, rechtstreekse vorderingen en de exceptie van de niet-uitvoering.
Opgelet indien de onderneming reeds minder dan 6 maanden geleden eerder al de opening van een gerechtelijke reorganisatieprocedure of overdracht onder gerechtelijk gezag heeft aangevraagd (en ongeacht het resultaat), dan heeft dit verzoekschrift geen schorsende werking meer. Dit om misbruik te voorkomen.
Gerechtelijke bescherming
Wanneer de procedure van gerechtelijke reorganisatie geopend wordt, geniet uw onderneming bescherming tegen de schuldeisers. De onderneming kan dan niet failliet worden verklaard en er kunnen geen uitvoerende maatregelen genomen worden. Zo mogen beslagen niet worden uitgevoerd (ze behouden echter wel hun bewarend karakter) en mogen er ook geen nieuwe beslagen gelegd worden. Die periode van bescherming geeft de onderneming de kans om in alle rust te werken aan het herstel.
Opschorting van betaling
Verklaart de rechtbank de procedure geopend, dan geniet de schuldenaar automatisch de algemene opschorting. Tijdens deze periode van initieel maximaal 4 maanden (verlengbaar tot maximaal 12 maanden) kan voor de schuldvorderingen in de opschorting ( m.n. alle schuldvorderingen die ontstaan zijn voor de opening tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie of overdracht onder gerechtelijk gezag) geen enkel middel van tenuitvoerlegging op de goederen van de schuldenaar worden voortgezet of aangewend. Evenmin kunnen schuldeisers bewarend of uitvoerend beslag leggen. De schuldenaar is dus niet verplicht om de op het ogenblik van het openen van de procedure bestaande gewone schuldeisers te betalen.
Lopende overeenkomsten moeten in principe worden gerespecteerd (bv. het huurgeld dat maandelijks betaald moet worden voor het bedrijfspand) tenzij de opschorting van een dergelijke overeenkomst noodzakelijk is voor het herstel van de onderneming.
Alle schulden die zijn ontstaan na de opening van de procedure moeten wel betaald worden.
Fiscale vrijstelling
Sinds de omzetting van het Herstructureringsrichtlijn genieten voortaan zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke gehomologeerde akkoorden de fiscale vrijstelling voorzien in artikel 48, lid 2 WIB. Echter wil dit niet zeggen dat de omzetting van de richtlijn ervoor zorgt dat de schuldenaar nog extra fiscaal voordeel geniet in het kader van de vrijstelling van de uitzonderlijke opbrengst
Sinds 1 september 2023 zal de vrijstelling van de uitzonderlijke opbrengst die voortvloeit uit een (gedeeltelijke) kwijtschelding van schuld voortaan geleidelijk worden belast na de uitvoering van het reorganisatieakkoord.
8. Wat is het verschil tussen een openbare en besloten procedure?
Een besloten gerechtelijke reorganisatieprocedure heeft als voordeel de vertrouwelijkheid. De beslissingen zullen niet openbaar worden gemaakt en de procedure ontsnapt aan enige publiciteit. U kiest er zelf voor welke schuldeisers u in de procedure wenst te betrekken.
In ruil voor de afwezigheid van enige publiciteit kan de onderneming in moeilijkheden niet automatisch genieten van bescherming tegen haar schuldeisers. Afhankelijk van de concrete omstandigheden en de lopende onderhandelingen kan de voorzitter van de rechtbank evenwel worden verzocht om toch een opschorting toe te kennen.
Een besloten procedure kan zowel bij een procedure van minnelijk akkoord als bij een procedure tot collectief akkoord.
Samengevat stellen de besloten procedures van minnelijk en collectief akkoord de onderneming in moeilijkheden in staat om te onderhandelen met een deel van haar schuldeisers in een vertrouwelijk gerechtelijk kader.
Een openbare gerechtelijke reorganisatieprocedure heeft als nadeel dat zij publiekelijk verloopt, waardoor de onderneming in moeilijkheden niet ontsnapt aan enige publiciteit. Het voordeel van deze procedure is dat u automatisch geniet van bescherming tegen uw schuldeisers.
9. Wat houdt het buitengerechtelijk minnelijk akkoord in?
Het is mogelijk om als ondernemer in (dreigende) moeilijkheden om een minnelijk akkoord te sluiten met één of meer schuldeisers over de afbetaling van hun vordering, zonder toezicht van een rechter maar wel mits neerlegging in het Centraal Register Insolvabiliteit.
De schuldenaar kan aan één of meer van zijn schuldeisers een buitengerechtelijk minnelijk akkoord voorstellen met het oog op de reorganisatie van het geheel of een gedeelte van zijn activa of activiteiten zonder dat de tussenkomst van een rechter vereist is. Echter waar de wetgever voor de omzetting van de Herstructureringsrichtlijn bijzonder veel bescherming gaf aan dit type procedure, is dit sinds de omzetting van de richtlijn enkel nog zo in het geval dat dit akkoord wordt gehomologeerd door de rechtbank.
Nieuw sinds de omzetting van de Herstructureringsrichtlijn in boek XX van het Wetboek van Economisch Recht is de aanstelling van een herstructureringsdeskundige. Op verzoek van de schuldenaar kan de voorzitter van de rechtbank een herstructureringsdeskundige aanstellen teneinde de uitvoering van het minnelijk akkoord te vergemakkelijken. Dit betreft dus de situatie zodra het akkoord tot stand is gekomen en de rechtbank is aangevat in het kader van de homologatie van het akkoord.
De toegevoegde waarde van een buitengerechtelijk minnelijk akkoord onder Boek XX van het Wetboek Economisch Recht t.o.v. een “gewoon” minnelijk akkoord onder partijen schuilt in de tegenstelbaarheid bij een eventueel later faillissement, wat wil zeggen dat het akkoord stand houdt ook na een faillissement.
10. Wat houdt de gerechtelijke reorganisatie door minnelijk akkoord in?
De onderneming kan ook een minnelijk akkoord binnen het kader van een gerechtelijke procedure nastreven. De onderhandelingen gebeuren dan onder toezicht van de gedelegeerd rechter.
De rechtbank kan een goed hulpmiddel zijn om een dergelijk akkoord te bereiken. Zo kan de rechtbank ‘gematigde betalingstermijnen’ opleggen die bindend zijn voor die schuldeisers met wie onderhandeld wordt.
De toegevoegde waarde van een gerechtelijk minnelijk akkoord t.o.v. een buitengerechtelijk minnelijk akkoord schuilt hoofdzakelijk in de bescherming die de onderneming geniet tegenover alle schuldeisers tijdens de gerechtelijke procedure.
Nieuw sinds 1 september 2023 is dat het minnelijk akkoord niet enkel openbaar, maar ook besloten kan verlopen.
11. Wat houdt de gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord in?
Bij een aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie kan de ondernemer ervoor kiezen om een akkoord te bereiken met de schuldeisers. Ook dit proces staat onder toezicht van de gedelegeerd rechter.
De procedure van het collectief akkoord heeft het doel een akkoord van zijn schuldeisers of een deel van hen, in voorkomend geval, van de kapitaalhouders te verkrijgen over een reorganisatieplan.
De procedure kan openbaar of besloten verlopen. Sinds de invoering van de Herstructureringsrichtlijn kan de procedure van het collectief akkoord besloten verlopen. Daarbij kan de onderneming in moeilijkheden zelf kiezen welke schuldeisers hij betrekt.
Hier moet de ondernemer een reorganisatieplan uitwerken zodat de schulden geheel of gedeeltelijk kunnen afbetaald worden binnen een termijn van maximaal 5 jaar. Over dit reorganisatieplan zal een stemming moeten plaatsvinden door de schuldeisers ter goedkeuring van het reorganisatieplan.
Het reorganisatieplan wordt geacht goedgekeurd te zijn door de schuldeisers wanneer de meerderheid van hen, vertegenwoordigd door hun schuldvorderingen, de helft van alle in hoofdsom en rente verschuldigde bedragen vertegenwoordigen, voor stemmen.
Voor de berekening van de meerderheden wordt rekening gehouden met de schuldeisers en de verschuldigde bedragen neergelegd door de schuldenaar, én ook door de schuldeisers wier schuldvorderingen achteraf voorlopig werden toegevoegd.
Met de schuldeisers die niet aan de stemming deelnamen en hun schuldvorderingen wordt geen rekening gehouden bij het berekenen van de meerderheden.
Als het reorganisatieplan goedgekeurd wordt moet het plan nog ‘gehomologeerd’ worden door de rechtbank. De homologatie impliceert het einde van de reorganisatieprocedure en maakt het plan bindend voor alle schuldeisers, ook diegenen die niet aan de stemming hebben deelgenomen of tegen hebben gestemd.
12. Wat houdt overdracht onder gerechtelijk gezag in?
Bij een aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie kan de ondernemer ervoor kiezen om een akkoord te bereiken over de overdracht van de onderneming of haar activiteiten (geheel of gedeeltelijk). Dit staat onder toezicht van de gedelegeerd rechter.
De rechtbank zal een vereffeningsdeskundige aanstellen die wordt gelast met met het organiseren en realiseren van de overdracht in naam en voor rekening van de schuldenaar.
Het gaat hier over een partiële buitenbezitsstelling want het bestuur blijft wel de onderneming leiden.
Als ondernemer kan men vrijwillig kiezen om over te gaan tot een overdracht onder gerechtelijk gezag in het begin of tijdens de procedure. Er is echter ook een gedwongen overdracht mogelijk op vraag van de procureur des Konings, een schuldeiser of elke belanghebbende bij een overdracht.
Er zijn 4 situaties mogelijk waarbij de gedwongen overdracht gevraagd zou kunnen worden:
- de schuldeisers stemmen niet in met het reorganisatieplan
- de rechtbank weigert het reorganisatieplan te homologeren
- het gerechtelijk reorganisatieplan wordt aangevraagd maar geweigerd door de rechtbank of wordt na de goedkeuring weer ingetrokken
- de onderneming in moeilijkheden voldoet aan de voorwaarden van het faillissement en heeft geen initiatief genomen om een gerechtelijke reorganisatie aan te vragen
13. Is er flexibiliteit tussen de verschillende opties mogelijk?
Het is niet zo dat u moet kiezen voor één bepaalde formule, er zijn combinaties toegestaan. U kan bijvoorbeeld een bepaalde tak van uw onderneming overdragen en voor een andere tak een minnelijk akkoord met de schuldeisers sluiten.
Ook is het mogelijk om nog van soort procedure te veranderen wanneer blijkt dat bijvoorbeeld een minnelijk akkoord niet zal lukken: men kan overstappen van minnelijk akkoord naar collectief akkoord, en in elk geval naar de overdracht onder gerechtelijk gezag. Hiervoor moet wel toestemming gevraagd worden aan de rechtbank, al dan niet gecombineerd met een verzoek tot verlenging van de opschortingstermijn.
14. Wat zijn de pro’s en contra’s van de verschillende opties?
Buitengerechtelijke procedure
Pro:
- geen publiciteit: er is geen publicatie voorzien in het Belgisch Staatsblad, dus klanten en leveranciers worden niet ingelicht, zij kunnen ook geen inzage nemen van het akkoord in het Centraal Register Solvabiliteit.
- geen toezicht of controle door de rechtbank (uitzondering: bij aanvraag tot homologatie van het akkoord).
- voordelig: geen gerechtskosten want het gaat om een buitengerechtelijke procedure
- de ondernemer kan in alle vrijheid onderhandelen met schuldeisers naar keuze, de andere schuldeisers hoeven niet betrokken te worden.
- de betalingen die zijn ontvangen in het kader van een dergelijk akkoord zijn tegenstelbaar aan de andere schuldeisers in geval van opvolgend faillissement.
Contra:
- tijdens het onderhandelen of na het sluiten van een minnelijk akkoord hebben schuldeisers die er niet bij betrokken zijn nog altijd de mogelijkheid om hun rechten te doen gelden. Het minnelijk akkoord bindt enkel de partijen die het zijn aangegaan.
Gerechtelijke procedure – minnelijk akkoord
Pro:
- toezicht van gedelegeerd rechter kan vertrouwen creëren bij schuldeisers
- rechtbank kan gematigde betalingstermijnen opleggen aan onwillige schuldeisers
- de onderhandelingen gebeuren in een periode van bescherming tegen de schuldeisers, en kunnen dus in alle rust plaatsvinden
- het management blijft de controle behouden
Contra:
- publicatie van het vonnis tot opening van de procedure in het Belgisch Staatsblad
- zonder goede wil van de schuldeisers kan geen minnelijk akkoord tot stand komen, er is maar beperkte druk mogelijk om de schuldeisers te verplichten een deel van hun vordering te laten vallen (in tegenstelling tot het collectief akkoord)
Gerechtelijke procedure – collectief akkoord
Pro:
- opmaak van een herstelplan kan gebeuren in de periode van bescherming tegen de schuldeisers
- niet alle schuldeisers moeten instemmen, diegene die niet stemmen zijn ook gebonden door het plan
- het reorganisatieplan biedt veel mogelijkheden: kwijtschelding van schuldvorderingen, verschil in behandeling tussen de verschillende soorten schuldvorderingen, omzetting van schuldvorderingen in aandelen, opschorting van de uitoefening van bepaalde rechten enz.
- kwijtscheldingen gedaan door schuldeisers genieten. een fiscaal gunstig regime
Contra:
- publicatie van het vonnis tot opening van de procedure in het Belgisch Staatsblad indien openbare procedure.
- het is niet altijd eenvoudig in te schatten of genoeg schuldeisers bereid zullen zijn het reorganisatieplan te steunen
Gerechtelijke procedure – overdracht onder gerechtelijk gezag
Pro:
- de onderneming kan ontsnappen aan het faillissement en een deel van de activiteiten kan op die manier nog gered worden.
- de onderhandelingen met het oog op een overname worden gevoerd in de periode van bescherming tegen de schuldeisers.
Contra:
- publicatie van het vonnis tot opening van de procedure in het Belgisch Staatsblad.
- beschikkingsbevoegdheid wordt uit handen gegeven van de bedrijfsleiding: de vereffeningsdeskundige en de rechtbank beslissen over de overname, in overleg met het management.
15. Hoe start men een procedure tot gerechtelijke reorganisatie op?
De procedure gerechtelijke reorganisatie wordt ingediend via een verzoekschrift opgeladen op Regsol (www.regsol.be).
Bij het verzoekschrift dienen 11 stukken toegevoegd te worden op straffe van nietigheid die de rechtbank een beeld geeft over de financiële toestand van de onderneming:
1) een uiteenzetting van de gebeurtenissen waarop het verzoek van de schuldenaar is gegrond en waaruit blijkt dat naar zijn oordeel de continuïteit van zijn onderneming onmiddellijk of op termijn bedreigd is;
2) een aanwijzing van de doelstelling of de doelstellingen waarvoor hij het openen van de procedure van gerechtelijke reorganisatie aanvraagt;
3) de vermelding van een elektronisch adres waarbij hij zolang de procedure duurt, kan worden bereikt en waaruit hij de ontvangst kan melden van de ontvangen mededelingen;
4) de twee recentste jaarrekeningen die volgens de statuten hadden moeten neergelegd zijn en de eventueel nog niet neergelegde jaarrekening van het laatste boekjaar of, indien de schuldenaar een natuurlijke persoon is, de twee recentste aangiftes in de personenbelasting; zo de onderneming gen twee boekjaren heeft bestaan, zal zij dit doen voor de gehele periode voor haar oprichting;
5) een boekhoudkundige staat die het actief en het passief weergeeft en de resultatenrekening die maximum drie maanden oud is, opgesteld met de bijstand van een bedrijfsrevisor, een externe accountant, een externe erkend boekhouder of een externe erkende boekhouder-fiscalist (gecertificeerd);
6) een begroting met een schatting van de inkomsten en uitgaven voor ten minste de duur van de gevraagde opschorting, opgesteld met de bijstand van een externe accountant, een externe erkende boekhouder, een externe erkende boekhouder-fiscalist of een bedrijfsrevisor;
7) een volledige lijst van de erkende of beweerde schuldeisers in de opschorting, met vermelding van hun naam, hun adres, het bedrag van hun schuldvordering, en met de bijzondere vermelding van de hoedanigheid van buitengewone schuldeiser in de opschorting en van het goed dat is belast met een zakelijke zekerheid of een hypotheek of dat eigendom is van de betrokken schuldeiser;
8) een toelichting omtrent de wijze waarop de maatregelen en voorstellen die hij overweegt om de rendabiliteit en de solvabiliteit van zijn onderneming te herstellen, om een eventueel sociaal plan in te zetten en om de schuldeisers te voldoen;
a) aantal werknemers bij neerlegging verzoekschrift vermelden
b) indien van toepassing de identificatiegegevens van de verbonden ondernemingen vermelden.
9) een toelichting omtrent de wijze waarop de schuldenaar voldaan heeft aan de wettelijke of conventionele verplichtingen om de werknemers of hun vertegenwoordigers in te lichten of te raadplegen
10) de lijst van vennoten indien de schuldenaar een organisatie zonder rechtspersoonlijkheid is of een rechtspersoon waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, en het bewijs dat de vennoten op de hoogte werden gebracht
11) een kopie van de exploten van bevel en van uitvoerende roerende en onroerende beslagen, zoals deze verschijnen in het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie en overdracht en collectieve schuldenregeling in het geval dat de schuldenaar de schorsing van de werkzaamheden van verkoop op onroerend uitvoerend beslag vordert
Het is duidelijk dat een verzoekschrift grondig moet worden voorbereid. Een onderneming in (dreigende) moeilijkheden kan zo’n verzoekschrift nooit alleen opstellen. Voor het opstellen van de boekhoudkundige staat en het kasplan is er bijstand nodig van externe adviseurs.
16. Welke formaliteiten dienen nageleefd te worden indien de aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie goedgekeurd wordt?
Binnen een termijn van 8 dagen te rekenen vanaf de dag waarop het vonnis tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie is uitgesproken moet de onderneming alle schuldeisers individueel op de hoogte brengen van de opening van de procedure.
17. Wat indien de aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie wordt geweigerd?
De ondernemer heeft altijd de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen indien het verzoekschrift tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt afgewezen. Het hoger beroep moet binnen de 8 dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving van het vonnis worden aangetekend.
Als het vonnis de vordering tot opening van de procedure gerechtelijke reorganisatie verwerpt, schort het hoger beroep de uitspraak op. Dit betekent dat de onderneming in moeilijkheden zich bevindt zoals in de situatie bij neerlegging van het verzoekschrift tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie en geniet van de mini-opschorting (zie “ Wat zijn de gevolgen van een gerechtelijke reorganisatieprocedure”).
18. Wat gebeurt er met de werknemers tijdens de procedure van gerechtelijke reorganisatie?
Het personeel moet voorafgaand aan de neerlegging van een verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie worden geïnformeerd omtrent de situatie en de op stapel staande reorganisatie. Deze mededeling is zeer algemeen, tenzij de intentie zou ontstaan om tot meervoudig of collectief ontslag over te gaan: in dat geval dienen de specifiek toepasselijke informatieverplichtingen te worden gerespecteerd (vb. Wet-Renault).
Voor het overige blijft het personeel aan het werk, en worden de lonen gewoon doorbetaald. Voor achterstallige loonbetalingen uit het verleden voorziet Boek XX van het Wetboek Economisch Recht geen mogelijkheid tot kwijtschelding.
De RSZ-schulden uit het verleden zijn in principe wel op te nemen in een schuldherschikking. Voor bouwbedrijven is het hier wel opletten: de RSZ-administratie is van oordeel dat zij de inhoudingsplicht artikel 30bis nog steeds kan activeren, ook tijdens een procedure van gerechtelijke reorganisatie.
Bij de neerlegging van het verzoekschrift dient een kopie van de toelichting aan het personeel van de intentie tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie gevoegd te worden.
19. Wat zijn buitengewone schuldeisers in de opschorting?
Schuldeisers die schuldvorderingen hebben die op het ogenblik van de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie gewaarborgd zijn door een zakelijke zekerheid (o.a. pand, hypotheek,…) en de schuldvorderingen van de schuldeisers-eigenaars worden onder Boek XX van het Wetboek Economisch Recht “buitengewone schuldeisers in de opschorting” genoemd. Zo zijn banken, leasingmaatschappijen en verhuurders meestal buitengewone schuldeisers in de opschorting.
Hun schuldvorderingen kunnen enkel worden opgeschort voor maximum 2 jaar maar kunnen niet kwijtgescholden worden.
RSZ, belastingen en BTW zijn daarentegen geen buitengewone schuldeisers in de opschorting en zijn dus onderhevig aan de bepalingen in het reorganisatieplan.
Om na te gaan voor welk bedrag een schuldeiser buitengewoon is, moet er volgens de Herstructureringsrichtlijn rekening gehouden worden met de omvang van de onderneming.
Voor KMO’s en kleine ondernemingen mogen buitengewone schuldeisers in de opschorting slechts voor hun effectief gewaarborgd deel van de vordering als buitengewone schuldeiser worden gekwalificeerd.
Voor het systeem van de grote ondernemingen ( KMO’s en kleine ondernemingen kunnen hier vrijwillig voor kiezen) voor het bepalen van het deel van de vordering waarvoor in het kader van de indeling in categorieën een voorrang geldt, wordt uitgegaan van de waarde die naar verwachting in een faillissement of gerechtelijke vereffening volgens de wettelijke rangorde door deze schuldeiser op basis van zijn zakelijk zekerheidsrecht zou verkregen worden.
20. Wat met de bankrelatie tijdens de procedure van gerechtelijke reorganisatie
De bankrelatie is voor veel ondernemers de belangrijkste commerciële relatie. Belangrijk hierbij is dat de financiële zekerheden niet worden uitgeschakeld door een reorganisatie-bescherming: een bank zou dus kunnen overgaan tot schuldvergelijking (netting, close-out, etc.) en op die wijze tegoeden van de onderneming in beslag nemen.
21. Hoe groot is de kans dat uw onderneming er terug bovenop komt?
Helaas kan nooit met zekerheid gezegd worden dat een gerechtelijke reorganisatie-procedure zeker zal leiden tot de redding van de onderneming in (dreigende) moeilijkheden. Elke case is anders. Bij de pakken blijven zitten is echter ook geen optie en dus is het zeker de moeite waard om een procedure van gerechtelijke reorganisatie te overwegen.
In het algemeen zijn er wel een paar factoren die bepalend zullen zijn voor de goede afloop van de procedure van gerechtelijke reorganisatie:
- Eerst en vooral moet u als ondernemer tijdig overgaan tot actie. Indien men te lang wacht en de financiële problemen laat aanslepen is de procedure van gerechtelijke reorganisatie een minder nuttig instrument; er zijn immers hoe dan ook nog liquiditeiten nodig om het herstel op gang te trekken. Er moeten dus nog liquiditeiten aanwezig zijn of de mogelijkheid moet alleszins bestaan om deze te creëren.
- Het komt erop aan een sterk dossier in te dienen, de bevoegde rechtbank zal immers na onderzoek van het dossier oordelen of de onderneming nog te redden valt. Niet alleen om de rechtbank te overtuigen is dat van belang, maar ook voor de onderneming zelf zal dit de slaagkansen sterk verhogen.
- De wetgeving is er, maar hoe de rechters de wet in bepaalde gevallen zullen interpreteren en toepassen valt af te wachten en is dus geen exacte wetenschap.
- Wanneer de rechter het vermoeden heeft dat de aanvraag tot een gerechtelijke reorganisatie enkel dient tot een uitstel van executie waardoor men de tijd krijgt om de sporen uit te wissen en een ‘lege doos’ achter te laten, zal hij het verzoekschrift niet goedkeuren. Ook wanneer de aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie gebruikt wordt om vooral een aankomend beslag te vermijden, zal de rechter de opening van de procedure kunnen afwijzen. Het belang van een onderbouwd en realistisch herstelplan is cruciaal.
22. Welke kosten zijn er verbonden aan een procedure van gerechtelijke reorganisatie?
Om gebruik te maken van de procedure van gerechtelijke reorganisatie onder Boek XX van het Wetboek Economisch Recht is het noodzakelijk dat u met een aantal kosten rekening houdt. Deze kosten zijn redelijk, rekening houdende met het feit dat zij kunnen leiden tot de redding van uw onderneming. Hieronder kan u een overzicht vinden van de kosten waarop u alvast moet rekenen:
Procedurekosten: om een aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie in te dienen wordt een vast recht van 351,00 EUR geheven door het Centraal Register Solvabiliteit (www.regsol.be).
Administratieve kosten: bij een procedure van gerechtelijke reorganisatie zijn er veel formaliteiten die vervuld moeten worden en de nodige kosten met zich meebrengen. Zo moet bv. aan alle schuldeisers een elektronisch bericht worden verstuurd om te melden dat de gerechtelijke bescherming werd bekomen – bij gebreke aan elektronisch adres, wordt de betrokken schuldeiser in kennis gesteld bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs.
Advieskosten: het advies van deskundigen is onontbeerlijk (accountant, advocaat, bedrijfsconsulent, …). Zij hebben de nodige ervaring in dit soort procedures en kennen de kneepjes van het vak. Het is zelfs wettelijk verplicht dat sommige stukken opgemaakt worden door een deskundige. Het is ook van groot belang dat alles gebeurt volgens de voorgeschreven regels, het zou zeer jammer zijn dat bijvoorbeeld uw onderneming door een procedurefout alsnog de boeken moet neerleggen.
23. Blijft het beheer van de onderneming in eigen handen bij gebruik van de procedure van gerechtelijke reorganisatie?
Na het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie blijft de beheersbevoegdheid in principe bij de ondernemer. Toch zijn er in de wet beperkte uitzonderingen voorzien waarbij tijdelijk het beheer kan worden overgenomen:
- In de gerechtelijke fase hebben het openbaar ministerie en elke belanghebbende derde het recht om de aanstelling te vragen van een voorlopig bestuurder in geval van een kennelijke grove fout of kennelijke kwade trouw bij de ondernemer. Gedurende de periode van opschorting van betaling kan die voorlopig bestuurder dan het beheer van de onderneming overnemen. Het is de aanvrager die dan instaat voor de kosten van de voorlopige bestuurder.
- Bij de overdracht onder gerechtelijk gezag beslissen de vereffeningsdeskundige en de rechtbank over de overdracht van de onderneming. De leiding van het bedrijf blijft wel in handen van het bestuur.
- In de buitengerechtelijke fase kunnen belanghebbende derden die van oordeel zijn dat de continuïteit van de onderneming ernstig bedreigd wordt door kennelijke grove tekortkomingen van de ondernemer aan de rechtbank de aanstelling vragen van een gerechtelijk mandataris. Indien de rechtbank dat toestaat, kan die gerechtelijk mandataris het beheer overnemen. Die gerechtelijk mandataris kan dan beslissen om een gerechtelijke reorganisatie aan te vragen in het belang van de onderneming.
24. Kan de procedure van gerechtelijke reorganisatie vroegtijdig beëindigd worden?
Wanneer vastgesteld wordt dat de onderneming niet meer te redden valt ondanks de opschorting van betaling die werd bekomen of wanneer onverwacht succes er toe zou leiden dat er geen verdere herstructurering nodig is, bestaat de mogelijkheid om de procedure voortijdig te beëindigen. Dit kan zowel door de ondernemer, het openbaar ministerie als elke belanghebbende derde worden aangevraagd bij de rechtbank.
Het is dus zeker geen verplichting om de gerechtelijke reorganisatie voort te zetten als dat nog weinig zin heeft.
Echter volgt dan meestal wel het faillissement van de onderneming.
25. Wat is een stil faillissement?
Het stil faillissement laat de onderneming in moeilijkheden toe om in bepaalde omstandigheden zonder publiciteit en in alle discretie het faillissement voor te bereiden.
De procedure schort de rechten van de schuldeisers echter niet op en beoogt net zoals bij een overdracht onder gerechtelijke gezag de activa of activiteiten van de failliete onderneming over te dragen waarbij alle rechten van de schuldeisers worden gemaximaliseerd.
Het stil faillissement is als het ware een legale “sterfhuisconstructie”.
De schuldenaar die meent in staat van faillissement te verkeren, kan de bevoegde rechtbank vragen om hem failliet te verklaren, en verzoeken dat voorafgaand aan de faillietverklaring de overgang van het geheel of een deel van zijn activa en activiteiten wordt voorbereid.
Het verzoek wordt ingediend middels een verzoekschrift waarbij dezelfde stukken worden gevoegd als deze bij de gewone aangifte van het faillissement.
De procedure verloopt achter gesloten deuren en er wordt geen publiciteit verleend.De procedure verloopt achter gesloten deuren en er wordt geen publiciteit verleend.